Aanschaf van een echo apparaat


  • Voor de goede keuze van een echo apparaat is het van belang de volgende zaken mee te nemen:

    • - Grootte en daarmee mobiliteit van het apparaat
      • Op een IC met relatief kleine kamers met veel apparatuur is een relatief klein, mobiel apparaat een groot voordeel. Tegenwoordig is ook met relatief kleine apparatuur een redelijk tot goede beeldkwaliteit mogelijk. Voor de toepassingen op de IC is niet de hoogste beeldkwaliteit noodzakelijk. Een bijkomend voordeel van relatief kleine apparatuur is dat deze ook gemakkelijker binnen het budget zullen vallen.

    • - Accu en opstarttijd
      • Beschikbaaarheid van een accu maakt het mogelijk om het apparaat alvast op te starten, terwijl er mee naar een patient wordt gereden. Dit is prettig, omdat dit de wachttijd bij de patient verkort. In acute situaties is het vervelend te moeten wachten tot het apparaat is opgestart en gereed is voor gebruik.

    • - Beschikbare transducers
      • De lineaire transducer heeft een hoge frequentie (rond 4-12 MHz). Deze transducer geeft een hoge resolutie, maar heeft als nadeel dat de penetratie in de diepte beperkt is tot een aantal centimeters. Op de IC wordt deze transducer m.n. toegepast voor het in beeld brengen van vaten tijdens/voor procedures. Daarnaast is met deze transducer de pleura goed in beeld te brengen en heeft daarmee een rol in het uitsluiten van een pneumothorax. Een kleinere lineaire transducer is handiger in de praktijk dan een grotere variant. Met name bij het echogeleid inbrengen van een jugularislijn kan een grotere transducer in de weg zitten. Een markering in het midden van de transducer, bij voorkeur met een middenmarkering op het beeldscherm van de echo, maakt het echogeleid prikken van arteriele lijnen en venflons gemakkelijker.

        De phased array transducer wordt m.n. gebruikt voor echocardiografie. Wegens zijn kleine footprint is deze transducer zeer geschikt om tussen de ribben door te kijken. Deze transducer heeft een relatief lage frequentie (vaak rond 2-4 MHz) en geeft ook zicht op diepere structuren. Het nadeel is dat de resolutie daarbij relatief beperkt is. Deze transducer is ook geschikt voor het beoordelen van pleuravocht, longconsolidaties en het vaststellen van A- en B-lijnen in de longen. Ook is deze transducer geschikt voor beoordelen van aanwezigheid van ascites en het beoordelen van de nieren ter uitsluiting van stuwing.

        De abdominale transducer heeft een relatief grote footprint. Deze is het best geschikt voor beoordeling van de buikorganen. Ten opzichte van de cardiale transducer is het blikveld groter.

        Indien een (dure) transoesophageale transducer beschikbaar is, is het uiteraard ook van belang dat deze op het apparaat kan worden aangesloten.


      Lineaire transducer

      Lineaire transducer (met middenmarkering) geschikt voor oppervlakkige structuren met hoge resolutie



      Cardio probe

      Cardiale transducer met kleine footprint, geschikt voor diepere structuren in de thorax en abdomen, lage resolutie.



      Cardio probe

      Abdominale transducer met grote footprint, geschikt voor diepere structuren in het abdomen, lage resolutie.



    • - Mogelijkheid om video beelden en foto's op te slaan en eventueel te exporteren
      • In de praktijk wordt een echo apparaat op de IC (en SEH) vaak gebruikt als een soort stethoscoop. Er wordt gericht gekeken met een bepaalde vraagstelling. Er worden meestal geen beelden opgeslagen. Dit in tegenstelling tot de echo's die worden gemaakt door de cardioloog en radioloog. Dit kan in de toekomst medicolegale consequenties hebben. Daarom is het verstandig om bij aanschaf al te letten op de opslagmogelijkheden. Vaak is het mogelijk beelden op te slaan op bijvoorbeeld een ingebouwde harde schijf en soms is het ook mogelijk de beelden via het netwerk van het ziekenhuis op te slaan. Indien voor de laatste mogelijkheid wordt gekozen, is overleg met de afdeling automatisering noodzakelijk. Een ander voordeel van het opslaan van beelden is dat deze ook nog eens kunnen worden bekeken met een collega en/of assistenten.

    • - 2D en M-mode naast elkaar op het beeldscherm
      • Bij het maken van een echo van de pleurabladen ter uitsluiting van een pneumothorax is het prettig om de 2D en de M-mode naast elkaar in beeld te hebben met dezelfde diepteinstelling.

    • - Tissue doppler
      • Voor bepaling van diastolische dysfunctie is het meten van E' het meest geschikt. Hierbij wordt de beweeglijkheid van de mitralisannulus gemeten met een tissue doppler (TDI). Dit is geen standaard item op een echoapparaat.

    • - ECG
      • ECG monitoring is standaard bij een officiele echocardiografie gemaakt door de echo laboranten. Bij het maken van een simpele point of care echo ter beoordeling van bijvoorbeeld de linker ventrikel functie of pericardvocht is dit niet echt nodig. Indien er metingen worden verricht is een ECG signaal erg gemakkelijk. De metingen van de dikte van het septum wordt standaard gemaakt in de diastole. Het ECG signaal helpt bij het vaststellen van deze fase. Ook bij het bepalen van de E/A ratio of bij gebruik van tissue doppler is het ECG signaal erg handig.

    • - Hygiene
      • Bij het gebruik van het echoapparaat op de IC is het belangrijk dat het apparaat gemakkelijk te desinfecteren is. Dit geldt met name voor de transducers en het toetsenbord. Een tiptoets bediening zoals bij de Philips Sparq vergemakkelijkt het desinfecteren en reinigen van het paneel.