Linker ventrikel diasystolische functie


Ongeveer de helft van de patienten met een nieuwe diagnose hartfalen heeft een normale systolische linker ventrikel functie met een normale ejectiefractie. Bij deze patienten is er sprake van diastolisch hartfalen of hartfalen met een behouden ejectiefractie. Op de intensive care speelt diastolisch hartfalen een rol bij patienten met shock, met respiratoire insufficientie en tijdens het weanen van de beademing. Indien alleen echografisch de systolische functie van de linker ventrikel wordt beoordeeld, leidt dit tot een onderschatting van de diagnose hartfalen.

Oorzaken van diastolische dysfunctie zijn onder andere:
- hypertensie
- coronarialijden
- kleplijden
- cardiomyopathie
- diabetes mellitus
- nierinsufficientie
- systeemziekten


De verschillende fasen van diastolische dysfunctie zijn:
- graad 1: abnormale relaxatie
- graad 2: pseudonormalisatie
- graad 3 en 4:restrictief patroon
Het verschil tussn graad 3 en 4 is dat er bij graad 3 bij het geven van vasodilatatie een pseudonormaal patroon wordt gezien.


In de onderstaande figuur zijn de verschillende echografische bevindingen van de bloedflow ter hoogte van de mitraliskleppen en de tissue doppler van de annulus van mitraalklep te zien bij de verschillende stadia van diastolische dysfunctie

Stadia diastolische dysfunctie

Verschillende stadia van diastolische dysfucntie
bron: Sohn. Assessment of Mitral Annulus Velocity by Doppler Tissue Imaging in the Evaluation of Left Ventricular Diastolic Function. JACC 1997




Diagnostiek diastolische dysfunctie door middel van echocardiografie


Voor het diagnostiseren van diastolische dysfunctie worden in de meest recente update van de guidelines de volgende parameters met hun abnormale afkappunten geadviseerd:
- septale e' < 7 cm/sec
- laterale e' < 10 cm/sec
- gemiddelde E/e'> 14
- linker atrium volume index > 34 ml/m2
- piek tricuspidalis regurgitatiesnelheid > 2.8 m/sec

Er is sprake van LV diastolische dysfunctie als meer dan de helft van de beschikpare parameters abnormaal is. Indien meer dan de helft normaal is dan is er sprake van een normale diastolische functie.



E/A ratio mitralisklep

Pulsed wave doppler van de mitralisinstroom



E-prime mitralisannulus

Bepaling laterale E' van de mitralisannulus door middel van tissue doppler


Bepalen van de vullingsdrukken van de linker kamer



Met behulp van echo is het mogelijk om een inschatting te krijgen van de vullingsdrukken van de linker kamer. Een van de meest bruikbare methoden is de E/e' ratio. Een E/e' ratio < 8 past bij normale vullingsdrukken, terwijl een E/e'ratio > 14 wijst op verhoogde drukken. Er is een groot grijs gebied met een ratio tussen 8 en 14 waar deze ratio onbetrouwbaar is als maat voor de vullingsdruk.

Situaties waarbij gebruik van E/e' minder betrouwbaar is:
  • - Tachycardie met fusie van E en A snelheden
  • - Onbetrouwbare meting van de E snelheid
      - significante mitralisklepinsufficientie
  • - Onbetrouwbare meting van de e' snelheid
      - status na mitraalklep operatie of vervanging
      - ernstige mitraalklep stenose
      - ernstige calcificatie van de mitralisannulus
      - aanweigheid van linker bundeltak blok
  • - Significante aortaklep insufficientie



Referenties:
- Nagueh SF et al. Recommendations for the Evaluation of Left Ventricular Diastolic Function by Echocardiography: An Update from the American Society of Echocardiography and the European Association of Cardiovascular Imaging. J Am Soc Echocardiogr 2016;29:277-314
- Park JH and Marwick TH. Use and Limitations of E/e' to Assess Left Ventricular Filling Pressure by Echocardiography. J Cardiovasc Ultrasound 2011;19:169-173